Filosofie Magazine nr. 10/2009, door Ivana Ivkovic.
‘Een gematigd apocalyptisch denker’ noemt de Sloveense filosoof Slavoj Žižek zichzelf. Onze wereld zal ten onder gaan door milieurampen en de opstand der nieuwe paria’s – in 2030 leven er 2 miljard uitgeslotenen. Maar het echte probleem is dat we niet wíllen ingrijpen.
Zwartkijken zit Slavoj Žižek in het bloed. In een Amsterdams eetcafé bestudeert de Sloveense filosoof het menu en zegt: ‘Kijk, ze hebben hier een gerecht dat een combinatie is van drie kleine gerechten. Ze schuiven vast de restjes van andere gasten bij elkaar – daarom serveren ze het ook pas na drieën!’
Met dezelfde schuine blik waarmee hij het menu leest, ‘leest’ Žižek ook onze westerse samenleving en cultuur. Hij staat bekend als een dwarse geest die heilige huisjes graag tegen de vlakte ziet gaan. Als auteur van meer dan dertig boeken is Žižek een filosofische vedette, en hij leeft daar ook naar. Hoewel officieel verbonden aan de Universiteit van Ljubljana en de European Graduate School in Zwitserland, woont de filosoof overal en nergens. Hij reist de wereld rond om debatten en lezingen te houden, en slaapt zelden twee nachten lang in hetzelfde hotel. Het gejaagde tempo van zijn leven weerspiegelt zich in zijn manier van praten: staccato en gepassioneerd. Žižek heeft op elke vraag onmiddellijk een reeks antwoorden, commentaren en voorbeelden paraat, die erom strijden als eerste te worden verteld. Wie erin slaagt hem ondanks zijn bonte, chaotische presentatie te blijven volgen, ontdekt dat hij heel consequent en scherp kan zijn.
Het Nederlandse publiek kan Žižek onder meer hebben leren kennen door Pleidooi voor intolerantie (Boom, 2000). Daarin ontmaskert hij tolerantie als een subtiele manier om onze westerse superioriteit ten opzichte van andere culturen te bevestigen (‘Kijk eens hoe tolerant wij zijn’). Zo vestigde hij zijn reputatie van een ‘politiek incorrecte’ linkse denker. Ook is hij bekend om zijn analyses van populaire cultuur en film, geënt op psychoanalyse en de ideeën van de Franse denker Jacques Lacan. Onder zijn blik veranderen zelfs de meest onschuldige handelingen in een zwarte komedie, die toont hoe zinloos ze zijn. Zo beweert Žižek dat de knop in de lift die de deuren zou moeten sluiten geen effect heeft op de deuren, maar bedoeld is om degene die er getergd op blijft drukken het idee te geven dat hij zinvol bezig is en de zaak in eigen hand heeft.
Zijn kijk op onze cultuur moge dan vermakelijk absurdistisch zijn, wanneer Žižek een blik in de toekomst werpt, maakt de komische noot plaats voor pessimisme. Hij waarschuwt: er is zwaar weer op komst. ‘Onze wereld kampt met een reeks ernstige problemen. We kunnen die niet negeren, want dan stevenen we af op een ramp. Maar ik zie niet hoe het huidige globale politiek-economische systeem deze problemen het hoofd kan bieden. Neem nou het milieu. Het broeikaseffect zal, als het doorzet, een wereldwijde catastrofe veroorzaken. Ondertussen proberen wij de milieukwesties nog steeds voor het grootste deel via het marktmechanisme aan te pakken. Minder autorijden? – verhoog de accijns op benzine. Dat werkt tot op zekere hoogte, zolang de problemen niet te groot zijn en niet te veelomvattend worden. En het werkt alleen als we tijd hebben om de markt zijn werk te laten doen. Maar die tijd hebben we niet. Het probleem is acuut, het vraagt om drastisch ingrijpen – nu.’
Hoe stelt Žižek zich dit drastisch ingrijpen dan voor?
(…)
Klik hier om het hele artikel te lezen op de website van Filosofie Magazine.
Foto: via Wikimedia Commons, Andy Miah from Liverpool, UK – Slavoj Zizek in Liverpool, CC BY-SA 2.0