Menu Sluiten

SLAVOJ ŽIŽEK: ‘HOU VAST AAN HET UNIVERSELE, HET BIEDT DE MOGELIJKHEID OM ONSZELF TE OVERWINNEN’

Filosofie Magazine nr. 1/2005, door Ivana Ivkovic.

Wat betekent het einde van de multiculturele tolerantie voor linkse denkers? Slavoj Žižek zweept hen op: laat uw hoop niet varen, kabbel niet mee met rechts populisme, en durf een tikje militant te zijn. Want er is nog een Groot Verhaal te vertellen.

Slavoj Žižek drinkt razendsnel een groot glas cola, en werkt een muffin naar binnen. Om de Sloveense filosoof heen ontvouwt zich het panorama van de stad Amsterdam – hij zit in Club 11, de trendy bar op de elfde verdieping van het oude kantoorpand van de PTT. De Sloveen Žižek is hoogleraar aan de universiteiten van Ljubjana en Princeton, maar weinigen zullen hem daarvan kennen. Zijn provocerende boeken over kunst, populaire cultuur en politiek zijn daarentegen vermaard. De postmarxist en psychoanalyticus denkt sneller dan zijn schaduw. Žižek doet even Nederland aan voor een congres over nieuwe vormen van identiteit en soevereiniteit georganiseerd door het Meta Haven Project, en maakt zich alweer op voor een reis naar Buenos Aires, Argentinië. Het leven van een bestseller-filosoof is jachtig, maar Žižek zou Žižek niet zijn als hij zich – na een flinke suikerstoot – niet zou verliezen in een analyse over het veranderende Europa, de opkomst van populisme, normen en waarden en de hypocrisie van het multiculturalisme.

Pardon? Hypocrisie van het multiculturalisme? Žižek was toch links? Die zijn toch juist vóór multiculturalisme, tolerantie et cetera? Žižek niet – althans hij is zeer kritisch over de manier waarop dergelijke begrippen werden gebruikt door de politiek correcte westerling. Maar waar politiek links inmiddels braaf de rechtse mode volgt door óók te zeggen dat het niet meer langer kan met dat multiculturalisme, is de kritiek van Žižek op het multiculturalisme ‘echt links’. Žižek betoogt, ondermeer in Pleidooi voor intolerantie, dat achter woorden als ‘multiculturalisme’, ‘relativisme’ en ‘tolerantie’ in feite altijd al totalitaire repressie schuilde. Het is een truc: bewonder iemand van een andere cultuur vanwege zijn ‘authenticiteit’, maar maak hem daarmee politiek monddood. Zorg ervoor dat hij in de illusie van een ‘authentieke’ cultuur blijft geloven, en ontneem hem daarmee iedere mogelijkheid dezelfde progressie en emancipatie door te maken als jij hebt gedaan – met als reden dat dat maar ten koste zou gaan van zijn eigen cultuur. Het resultaat is een groep mensen die op geen enkele manier zijn economische of maatschappelijke positie – die vaak belabberd is – kan verbeteren door een politieke strijd.

Meta-racisme

Maar dat waren de jaren negentig. Inmiddels is het multiculturalisme dood en begraven. Het is nu juist politiek uiterst correct te stellen dat moslims zo snel mogelijk aan de Verlichting moeten worden geholpen – dat ze zich juist niet moeten vasthouden aan hun ‘authentieke cultuur’, maar dat ze moeten veranderen. En hoewel vooral populistisch rechts dat roept, moet het in de ogen van de oude marxist Žižek, gehuld in versleten legerjas en getooid met een roodgrijze baard, toch een enorme verbetering zijn. Of niet?

Het is bon ton om felle kritiek te leveren op tolerantie. Het multiculturalisme is dood verklaard. In uw ogen moet dat vooruitgang zijn…
‘Op een bepaalde manier wel… hoewel er weinig nieuws gebeurt. Achter het begrip “tolerantie” schuilde altijd al arrogantie en zelfs racisme, en dat wordt nu geopenbaard. Ik kan me overigens wel voorstellen dat het op het eerste gezicht een echte doorbraak lijkt. Het einde van het multiculturalisme is immers vooral een einde aan de vermeende zelfvernedering, waar westerlingen zo in getraind waren. Vroeger kon je als witte, heteroseksuele man niet eens spreken over je eigen, “authentieke” cultuur en identiteit, want dan was je bij voorbaat verdacht, dan was je al bijna een neofascist. Maar die zelfvernedering bleek ook een dekmantel. Juist doordat wij “identiteitsloos” waren, konden wij namelijk spreken over universele waarden. Want omdat wij geen identiteit hadden, spraken wij vanuit een neutrale positie. En precies dat was zo arrogant tegenover die mensen die we zogenaamd beschermen. “Toe maar, wees vooral je zelf”, zeiden we – maar daarmee stellen wij de norm van wat “jezelf” is. Niet omdat we “westers” en dus superieur waren, want dat zou racistisch zijn, maar omdat we “neutraal” waren. Maar superieur bleven we… stiekem. Het is eigenlijk meta-racisme. Fascinerend, hoe deze hypocrisie mogelijk was: meta-racisme als kritiek op het racisme!

Maar nu mogen we zeggen dat de multiculturele samenleving failliet is. Dat was tot voor kort nog taboe. Is het niet een goede zaak dat we ons daardoor nu tegen de hypocrisie van de tolerantie keren?

(…)

Klik hier om het hele artikel te lezen op de website van Filosofie Magazine.