Oorspronkelijk gepubliceerd in Filosofie magazine nr. 2/2013.
Heeft ‘online’ politieke solidariteit iets om het lijf? Of is deze betrokkenheid slechts show voor de activist die wil laten zein dat hij zich iets aantrekt van de toestand in de wereld?
‘Ik wou dat we ten tijde van Solidarnost al sociale media hadden’, zei een paar maanden geleden Lech Walesa, voormalig Pools president en leider van de beroemde protestbeweging in de jaren tachtig. Het was lastig communiceren in die tijd, want dissidenten werden overal nauwlettend in de gaten gehouden. De leden van Solidarnost ontmoetten elkaar destijds bij voetbalwedstrijden, maar eigenlijk werkt het online een stuk sneller, slimmer en beter, aldus Walesa. Hij is niet de enige die in de mogelijkheden van internet een grote kans ziet, een machtig wapen dat de ‘gewone mensen’ mondiger, machtiger en meer verbonden met elkaar zou kunnen maken.
De verwachtingen zijn torenhoog: onrecht, waar dan ook ter wereld, zou sneller kunnen worden opgemerkt, aan de kaak gesteld en bestreden – zoals honderdduizenden nu zich online solidair verklaren met de strijd om de positie van de vrouw in India. Maar critici vinden dat de rol van de sociale media schromelijk wordt overdreven. Ja, sociale media zijn wel een manier om meer verbondenheid te creëren, maar deze solidariteit 2.0 is volgens hen te vluchtig en te oppervlakkig om werkelijk politieke verandering af te dwingen. Politieke solidariteit, zoals filosoof Sally Scholz die definieert als betrokkenheid bij onderdrukking en onrecht, is nauwelijks gebaat bij sociale media. Heeft ‘online’ politieke solidariteit iets om het lijf of is die slechts window dressing voor de westerse salonactivist die graag wil laten zien dat hij of zij zich iets van de toestand in de wereld aantrekt – aan zijn eigen netwerk? Tijd om een balans op te maken.
Online profiel
De Britse schrijver Zadie Smith is sceptisch over de kwaliteit van banden die online worden aangelegd. In 2010 schreef ze een essay over Facebook voor de New York Review of Books, getiteld ‘Generation Why?’ – een toespeling op de bekende Generation Y. Haar oordeel is vernietigend: De software van Facebook is op allerlei manieren een versimpeling van daadwerkelijke sociale banden – en doet ze onvermijdelijk tekort. Maar de gebruiker van Facebook is blind voor die verarming. Er is een ‘reductie’ gaande, aldus Smith: we zijn geneigd om onze identiteit aan te passen aan ons online profiel. Ook meent de gebruiker dat Facebook draait om het delen van alle leuke kiekjes en ander content, en alle reclame en de mogelijkheden om iets online te kopen ziet hij als een bijkomstigheid. Maar adverteerders zien het precies omgekeerd: wij, de gebruikers van Facebook, zijn potentiele kopers, met een paar irrelevante, persoonlijke foto’s die erbij hangen.
Het is naïef, aldus Smith, om dit perspectief te veronachtzamen, want het heeft wel degelijk invloed op de inrichting en functionaliteiten van Facebook. Nu gaat Smiths essay weliswaar over de mogelijkheden van online vriendschap en niet om politieke solidariteit, maar de lijn laat zich makkelijk doortrekken. Het gaat er niet eens om dat politieke solidariteit via sociale media zich zou beperken tot één keer liken waarna de zaak vergeten wordt. Het punt is dat het medium betrokkenheid op een bepaalde manier kneedt en in een richting stuurt zonder dat de gebruiker daar erg in heeft.
Vluchtkerk
Een voorbeeld: sinds december heeft een groep uitgeprocedeerde vluchtelingen tijdelijk onderdak gevonden in de zogenoemde Vluchtkerk. Die is online heel actief, naast een mooie website heeft die de onvermijdelijke Facebookpagina, waar oproepen op staan zoals: ‘Aanstaande vrijdag gaan we onze keuken verbouwen, we kunnen dan dus zelf niet koken. Wie brengt er eten voor, 10, 20, 40 of 80 personen? Alle beetjes helpen! Meld je aan op vrijwilligers.devluchtkerk@gmail.com’. En dat werkt als een trein. De community die hand-en-spandiensten levert, groeit gestaag, BN’ers komen op bezoek bij de kerk en genereren meer publiciteit, en er is geen enkele twijfel dat er nu mensen bij betrokken zijn die er zonder sociale media niet eens weet van zouden hebben.
Maar… Het was deze vluchtelingen er oorspronkelijk om te doen politiek protest aan te tekenen tegen het besluit van de Nederlandse regering om hen asiel te weigeren. Hun claim is dat hen onrecht wordt aangedaan. Zij vragen dus in de eerste plaats om politieke solidariteit. Wat zij nu krijgen is sociale solidariteit – hulp met eten, kleding, klussen. Wie met de vluchtelingen praat, merkt dat zij daar met heel gemengde gevoelens op reageren. Zij zijn bezorgd dat er op een dag iedereen uitgekookt en uitgeklust is, en er nog steeds helemaal niets fundamenteels aan hun situatie veranderd is.
(…)
Klik hier om het hele artikel te leen op de website van Filosofie Magazine.
Foto: Nenad Stojkovic, CC BY 2.0, via Wikimedia Commons.