Menu Sluiten

QUENTIN SKINNER: ‘WE HEBBEN ONZE VRIJHEID INGELEVERD’

Filosofie Magazine nr. 9/2014, door Ivana Ivkovic.

Echte vrijheid betekent volgens de Britse filosoof Quentin Skinner dat je nooit bent overgeleverd aan de wil van een ander. Volgens hem zijn we dat inzicht uit het republikanisme vergeten.

‘In antieke toneelstukken speelden de acteurs soms slaven die meenden dat ze vrij waren. De toeschouwers lachten daar hard om, want die slaven waren natuurlijk dwaas. Hun meester was weliswaar even weg, maar ze hadden er natuurlijk toch een. En als hij kwaad werd, betekende dat een wisse dood.’

Quentin Skinner, hoogleraar geesteswetenschappen aan de Universiteit van Londen, trekt deze vergelijking om uit te leggen dat we soms denken dat we vrij zijn, terwijl dat niet het geval is. We zijn allergisch voor elke bemoeienis in onze privésfeer, maar tegelijkertijd liggen we er bijvoorbeeld niet wakker van als de staat ons afluistert. Tenminste, zolang we niet worden gehinderd in onze dagelijkse bezigheden, gewoon op vakantie kunnen en een televisie kunnen kopen. Die houding is volgens Skinner een erfenis van de liberale traditie: zolang de overheid maar niet voorbij ons tuinhek komt, zijn we vrij. Denken we.

Ooit bestond er een andere manier van denken over vrijheid, die stamt uit de tijd dat het oude Rome een republiek werd. Dit zogeheten republikanisme is meer gericht op gelijkheid en sociale rechtvaardigheid. Skinner heeft vier decennia van zijn intellectuele bestaan gewijd aan de herontdekking van deze traditie, die hij nieuw leven hoopt in te blazen.

Binnen de republikeinse traditie wordt vrijheid gegarandeerd door de wet. Vrije burgers hebben geen meester. Zij zijn nooit overgeleverd aan de wil van een ander. Skinner: ‘Het probleem zit ’m dus niet in wel of geen bemoeienis – een meester kan ook de andere kant op kijken – maar in de afhankelijkheid. Dat is een cruciaal verschil. Als je echt vrij bent, ben je nooit overgeleverd aan de genade van een ander.’

De republikeinse traditie drukte haar stempel op de Europese geschiedenis. Zo waren de stadstaten in Italië tijdens de Renaissance allemaal geënt op het republikeinse model. De nadruk lag op burgerparticipatie: inwoners van de stadstaten waren trots op hun stad en zetten zich actief in om de vrije status daarvan te bewaren. Een van de belangrijkste republikeinse denkers uit die tijd is volgens Skinner Niccolò Machiavelli.

Maar hoe kan Machiavelli een republikein zijn? Hij schreef toch adviezen aan de vorst over manieren om de macht te veroveren en te behouden? ‘Machiavelli heeft ook een omvangrijk boek geschreven, Discorsi, dat een heel republikeinse visie op politiek uitdraagt. Daarin schrijft hij dat je nooit in vrijheid kunt leven onder een vorst, omdat een vorst altijd een bijzondere macht heeft die hij naar believen kan gebruiken. Je bent dan afhankelijk van zijn wil en zijn gunst. Je kunt alleen vrij leven in een republiek, dat is het centrale thema van Discorsi. Machiavelli noemt dat ook vivere libero, “leven in vrijheid”.’

Meent Skinner daarom dat de Nederlanders alleen vrij waren in de jaren dat het land een republiek was?

(…)

Klik hier om het hele artikel te lezen op de website van Filosofie Magazine.