Menu Sluiten

JOS DE MUL: ‘POLDEREN IS HET BESTE ANTWOORD OP DE HUIDIGE PANIEK’

Filosofie Magazine nr. 5/2011, door Ivana Ivkovic.

Nederland blijft polderen, ook in tijden van de PVV en politiek gekrakeel. Dat is maar goed ook, zegt filosoof Jos de Mul. Alleen zo kunnen we recht doen aan de tragiek die ons leven nu eenmaal kenmerkt.

‘Polarisatie? Hoezo? Wie goed kijkt, ziet dat het gepolder gewoon doorgaat. PVV’er Martin Bosma heeft een column in het instituut NRC Handelsblad. Als dat geen polderen is?’ – aldus Jos de Mul, cultuurfilosoof aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Na de Fortuyn-revolte werd het poldermodel beschouwd als de oorzaak van de deplorabele staat waarin de politiek plotseling bleek te verkeren. Nu we een decennium verder zijn, blijkt dat het verguisde model sterker is dan de hysterie, betoogt De Mul in zijn nieuwste boek Paniek in de polder.
Polderen is volgens De Mul het beste antwoord op wat hij de ‘tragische dimensie van politiek’ noemt – het feit dat voor veel politieke problemen geen ideale oplossingen bestaan en dat aan alle politieke keuzen nadelen kleven. De kracht van het model is dat het geen ideale oplossingen nastreeft, maar uitgaat van de kunst van schipperen en schikken.Iedereen moet wat inleveren om tot een leefbare situatie te komen – dat is polderwijsheid, die de politieke paniek in de toekomst buiten de deur moet houden.

Hoe komt het dat het poldermodel het afgelopen decennium heeft overleefd?
‘Polderen werd niet uitgevonden in de jaren negentig, maar is al een aantal eeuwen het leidende beginsel van politieke organisatie in Nederland. De strijd tegen het water kan alleen maar worden georganiseerd door veel samenwerking en een sterk lokaal zelfbestuur. De historicus Johan Huizinga wees hier al op. Dit zorgde voor een egalitaire samenleving, gericht op consensus. Daarnaast moest een handelsnatie leren omgaan met verschillen en die overbruggen. Door dit alles is het poldermodel zo diep ingesleten dat het niet snel zal verdwijnen. Ik denk niet dat de gebeurtenissen van het afgelopen decennium het poldermodel voorgoed buitenspel hebben gezet. Zelfs de PVV is volop aan het polderen geslagen. Martin Bosma komt langs bij de Wiardi Beckman Stichting, de denktank van de PvdA, en heeft een column in NRC; en vanwege de gedoogsteun aan de regering heeft de PVV voor het tweede JSF-testtoestel gestemd, terwijl de partij er eigenlijk tegen is.’

In andere gevallen is de opstelling van de PVV veel harder. Denk aan de afgelasting van de Willem Arondéus-lezing van historicus Thomas von der Dunk, na overleg met de PVV, en het gedoe rond de herdenkingslezing van filosoof en Nexus-directeur Rob Riemen aan de Universiteit Utrecht. Dat kun je moeilijk polderen noemen…
‘Er zijn voortdurend momenten dat de PVV de ideologische veren opzet, maar nu is er een gedoogkabinet waarin geen van de kroonjuwelen van de PVV terug te vinden is. Dat zal ook niet gebeuren, denk ik. Veel van hun programmapunten zijn volstrekt onrealistisch, en volgens de Europese regelgeving onmogelijk. Wanneer dat aan het licht komt, zal hun aanhang snel slinken. De Statenverkiezingen waren al minder succesvol dan voorspeld. Daarnaast neemt de PVV nu verantwoordelijkheid voor het beleid van dit kabinet – denk aan de JSF – en daar kunnen ze ook op worden afgerekend. Kiezers die denken: “Wwe moeten niet zoveel geld in defensie stoppen” zullen nu opnieuw bedenken of ze wel of niet op PVV moeten stemmen.’

Tot nu toe lijkt de partij juist met die ‘onrealistische’ standpunten – ook over islam – een groot succes te boeken. Het gaat die PVV-kiezer toch helemaal niet om een haalbaar programma?
‘De PVV-kiezers nemen een veel minder radicale positie in dan Wilders, zeker als het gaat over de islam. Veel stemmen op de PVV zijn eigenlijk proteststemmen, uitingen van maatschappelijke onvrede. De gevolgen van globalisering en van het harde neoliberale klimaat zijn voelbaar in de samenleving. Mensen moeten meer voor zichzelf opkomen, solidariteit wordt telkens weer losgelaten. Vooral voor de mensen aan de onderkant van de maatschappij is dat een hard gelag, want zij gaan er vreselijk op achteruit. Denk aan werkgelegenheid, ziektekosten, onderwijs – ga zo maar door. Wilders pakt die problemen niet aan, maar schuift een zondebok – de islam – naar voren. Dat moeten we aan de kiezers laten zien, en dat kan door bijvoorbeeld meer verantwoordelijkheid aan de PVV te geven.’

Wat als de PVV die verantwoordelijkheid niet neemt, maar zich vooral opportunistisch gedraagt? Als de partij het grootste gedeelte van haar programma gebruikt als wisselgeld, maar op punten als de islam geen duimbreed toegeeft?

(…)

Klik hier om het hele artikel te lezen op de website van Filosofie Magazine.