Menu Sluiten

‘IN DE STAD BEN JE VRIJ’

Filosofe Magazine 4/2021.

De grote stad geeft vrijheid, spanning én geborgenheid, verklaart filosoof René Boomkens zijn liefde voor het wonen in de stad. Té veilig en netjes moet het er niet worden. De stad moet iets wilds en rommeligs houden.

De stad is een plek waar je vrij kunt zijn, waar je je gang kunt gaan,’ zegt René Boomkens, hoogleraar cultuurbeschouwing en cultuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is een verklaard liefhebber van wonen in een grote stad. Maar steden als Amsterdam, waar hij het grootste deel van zijn leven heeft gewoond, worden haast té mooi; het wonen is er misschien wel té fijn, vindt hij. De rafelranden verdwijnen, en juist die maken het wonen in de stad zo’n unieke belevenis. ‘De wens om prettig en veilig te wonen maakt steden een stuk saaier en voorspelbaarder.’

We ontmoeten elkaar in het historische hart van Amsterdam, bij het Binnengasthuis, een voormalig ziekenhuis dat nu deel uitmaakt van de universiteit. Pal voor het gebouw zijn herstelwerkzaamheden gaande aan een stuk kade dat afgelopen zomer is ingestort. Het is onzeker wat de oorzaak is, maar één van de verklaringen is dat de water­beweging door talloze toeristenboten die daar gewoonlijk passeren de kade heeft verzwakt, vertelt Boomkens – een symbolisch beeld van toerisme als een kracht die de stad dreigt te ondergraven. Op de doorgaans drukke straatjes en grachten is het nu leeg en helemaal stil. ‘Het is uniek om Amsterdam zo te zien.’

De laatste decennia trekken steeds meer mensen naar steden toe. Waarom is het zo populair om in de stad te wonen?
‘De stad is een spannende plek, er gebeurt van alles. De stad bruist, je kunt verrast worden. Dat is aantrekkelijk. Maar ook veiligheid hoort erbij. Je wilt dat de stad bewoonbaar is. En dat zijn steden ook, steeds meer zelfs. Maar de wens naar veiligheid én naar vrijheid, naar de stad als een bruisende, verrassende plek – die twee wensen staan soms op gespannen voet met elkaar. De balans kan makkelijk doorslaan naar ordentelijkheid.

Ik was in de jaren tachtig regelmatig in New York, en ik ontdekte wijken als de East Village en de Lower East Side. In die tijd waren dat enge wijken, ze waren eigenlijk iets té spannend. Mijn toenmalige vriendin woonde in een deel van de East Village dat bekendstaat als Alphabet City, en haar huis werd bewaakt door de cocaïnemaffia. Alleen daarom was ze veilig. Nu zijn die wijken veilig, heel netjes en opgeknapt, en alleen schatrijke mensen wonen daar. Het is daardoor ook echt een stuk saaier geworden. Londen was een heel bruisende stad, maar alles in de buurt van de City is nu voorspelbaar en het ziet er chic uit. Je moet goed zoeken wil je nog de chaotische stedelijkheid tegenkomen. Het zijn nog net geen gated communities – veilige, afgeschermde woonwijken.’

Worden steden een plek voor de rijke elite?
‘Dat is niet het enige. Mijn punt is dat stedelijk wonen niet gelijkstaat aan veiligheid en beslotenheid. De stad is niet slechts een verlengstuk van de privésfeer. (…)

Klik hier om verder te lezen op de website van Filosofie Magazine (alleen toegankelijk voor abonnees).