Interview met Hans Acherhuis / door Ivana Ivkovic / Oorspronkelijk gepubliceerd in Filosofie Magazine, nr. 10/2012.
De strijd tussen Obama en Romney is ook een strijd tussen filosofische theorieën – al gaan de presidentskandidaten daar nogal eens mee aan de haal. Denker des Vaderlands Hans Achterhuis legt uit van wie de ideeën afkomstig zijn.
De inspiratiebron van de huidige Amerikaanse president is bij veel mensen vrijwel onbekend. Waar haalt hij zijn progressieve ideeën vandaan? Die zijn afkomstig van de protestantse theoloog en christen-socialist Reinhold Niebuhr. Obama noemt hem ‘zijn favoriete filosoof’. In zijn boek Moral Man and Immoral Society (1932) pleitte Niebuhr voor harde maatschappelijke actie om sociale ongelijkheid te bestrijden. Achtergestelde groepen in de samenleving moesten volgens hem meer macht krijgen om zich tegen de onderdrukking te kunnen verdedigen. Ook Martin Luther King werd door zijn denken geïnspireerd.
‘Het is fantastisch dat iemand in de jaren dertig zo tekeergaat tegen discriminatie en ongelijkheid’, zegt de filosoof Hans Achterhuis. ‘Maar tegelijkertijd is Niebuhr wars van elk soort utopisch denken. Zowel de mens als de maatschappij is volgens hem onvolmaakt, en we moeten er niet naar streven om het Koninkrijk Gods op aarde te stichten. Wat Niebuhr voor ogen staat is een voortdurend gevecht tegen het kwaad en tegen onrecht, zonder ze ooit volledig te kunnen uitbannen. Dat is echt protestants.’
Forward
Maatschappelijke verandering nastreven zonder de realiteit uit het oog te verliezen, dat is volgens Achterhuis de Niebuhriaanse agenda die Obama heeft overgenomen. ‘De slogans die Obama tijdens zijn campagne heeft gebruikt – Change, Yes We Can en nu Forward, doen heel Niebuhriaans aan. Net als Niebuhr past Obama ervoor om het absolute morele gelijk te halen. Zijn retoriek staat mijlenver af van die van George Bush jr., die de vijanden van de VS graag afschilderde als vijanden van de beschaving. Toen Obama in 2009 de Nobelprijs voor de vrede aanvaardde, sprak hij over de morele kracht van de niet-gewelddadige actie, maar hij erkende in één adem ook dat geweld soms noodzakelijk is. Ook daar is de erfenis van Niebuhr zichtbaar. ‘Niebuhr begon als een pacifist’, vertelt Achterhuis, ‘maar heeft vanwege de dreigende opkomst van het nazisme zijn standpunt bijgesteld. Hij zocht altijd naar een balans tussen idealisme en realisme.’
‘Maar bij Obama is die balans vaak zoek’, stelt Achterhuis, ‘Zijn speeches waren beter dan zijn politiek. Obama heeft Al Qaeda-leiders laten ombrengen zonder enige vorm van proces, en het detentiekamp Guantánamo Bay is ondanks zijn verkiezingsbelofte gewoon nog steeds open. In zijn handelen geeft Obama al te vaak blijk van een ander soort realisme dan het “christelijk realisme” van Niebuhr. Dat is het realisme van macht behouden, herkozen worden. Daarin toont Obama zich echt een machtspoliticus.’
Obama blijkt meer gevoelig te zijn voor de dictaten van de macht dan voor zijn eigen idealisme. ‘Teleurstellend’, zegt Achterhuis. ‘Obama is met veel bevlogenheid aan zijn presidentschap begonnen, maar heeft te snel te veel compromissen gesloten. Aanvankelijk uitte hij bijvoorbeeld kritiek op Israël, maar al snel bond hij in. Het is jammer dat hij niet heeft doorgepakt, want grote veranderingen kun je alleen maar bewerkstelligen aan het begin van je termijn.’
Het is onwaarschijnlijk dat Niebuhr een prominente rol gaat spelen in Obama’s huidige verkiezingscampagne, aldus Achterhuis. ‘Ook al is hij een christelijk denker, Niebuhr valt slecht bij de conservatieve christenen.’ En dat zijn de kringen waarin Obama moet inbreken om opnieuw gekozen te worden. De reden dat Niebuhr omstreden is bij de conservatieve kiezer laat zich makkelijk raden. Hij was namelijk een felle criticus van de Amerikaanse pretentie om een bijzonder, uitverkoren land te zijn. Voor Niebuhr behoorde een natie net zo goed aan de duivel als aan God toe, omdat het belang van het collectief wordt geheiligd ten koste van anderen. Voor veel Amerikanen is dat geen welkome boodschap.
Toch biedt het zicht op een nieuwe termijn ook nieuwe kansen, zegt Achterhuis. ‘Tijdens Obama’s campagne staat maatschappelijke gelijkheid hoog op de agenda. Obama toont zich weer een niebuhriaan die tegen discriminatie en voor gelijkheid strijdt. In Niebuhrs geest zou hij zich meer moeten richten op de macht van de financiële elite en het bankwezen. De macht van de Wall Street breken, dat zou pas écht een Niebuhriaanse agenda zijn!’