Menu Sluiten

ANTONIO NEGRI: ‘VERZET IS EEN VERLANGEN’

Filosofie Magazine nr. 9/2004, door Ivana Ivkovic.

In onze geglobaliseerde wereld gedomineerd door het kapitalisme, ontwaart de Italiaanse filosoof Antonio Negri een nieuwe vorm van verzet: de menigte. Geen profeet van de revolutie maar een observator van de ‘werkelijke bewegingen’, beschrijft Negri hoe een mogelijkheid voor een mondiale democratie zich nu voor het eerst in de geschiedenis voordoet.


Een links georiënteerde politieke filosoof krijg vaak te horen dat hij een salonactivist is. Bij Antonio Negri is dat niet op zijn plaats. Ooit een hoogleraar politieke filosofie in Padua, wordt hij in 1979 beschuldigd van gewelddadig links activisme. Hij zou betrokken zijn geweest bij terreuracties van de Rode Brigades. Vier jaren in de gevangenis volgen, zonder proces. Daarna brengt Negri nog veertien jaar door in Frankrijk, als politiek vluchteling. In 1997 keert Negri terug naar Italië, waar hij onmiddellijk weer wordt gearresteerd. Pas in 2003 komt hij weer vrij.

Over zijn jaren in de gevangenis is Negri alles behalve verbitterd. Met een onverwoestbaar optimisme en droge humor vertelt hij over ‘een heel productieve periode’ van zijn leven. ‘De gevangenis is voor mij heel belangrijk geweest. Ik heb twee boeken in de gevangenis geschreven, dus voor mij was die tijd zeer nuttig. Het eerste jaar was ontzettend zwaar, in een speciale gevangenis. Echt…extreem  zwaar. Maar daarna bevond ik me tussen gelijkgestemden, allemaal Italiaanse intellectuelen die ook vastzaten, en we zijn erin geslaagd om een soort universiteit te organiseren. We discussieerden, we hielden colleges. Het was een periode van grote intellectuele productiviteit. Echt geweldig. Maar dit alles wil natuurlijk niet zeggen dat gevangenissen geweldig zijn. Toch kunnen alle dingen op de wereld, zelfs de meest treurige, veranderd worden in iets positiefs.’

Zijn samenwerking met de Amerikaanse literatuurwetenschapper Michael Hardt heeft na het veelbesproken Empire, een nieuw kloek werk opgeleverd: Menigte. Empire, of het imperium, is de naam die Hardt en Negri geven aan de nieuwe wereldorde. Empire beschrijft het proces van de globalisering dat zich sinds het einde van de Koude Oorlog heeft voltrokken. Kenmerkend voor die periode is dat het kapitalisme letterlijk buiten de grenzen van de staten is getreden: er is een wereldmarkt ontstaan. Door een globaal communicatienetwerk en massale opkomst van computertechnologie is de wereld veranderd in een mondiaal netwerk. In dat netwerk maken naast de oude politieke machthebbers nu ook multinationals en mannen als Bill Gates de dienst uit. Er ontstaat een nieuw en ondoorzichtig mondiaal politiek systeem: Empire. Dit nieuwe kapitalisme dringt ook steeds verder onze levens binnen. De producten die het kapitalisme voortbrengt zijn er niet alleen om te gebruiken, zij bepalen ook onze identiteit. De merken en logo’s vertellen wie we zijn, onze nieuwe designbank of een keuken getuigt van hoe we willen leven, in welke stijl. Het kapitalisme bepaalt ons leven, en dat maakt de macht van de Empire zo dreigend. De mondiale politiek waaraan politici en multinationals, maar ook de media, deelnemen is veranderd in wat biopolitiek wordt genoemd. ‘Bio’ betekent leven: biopolitiek is de nieuwe macht die ons leven produceert. Maar diezelfde biopolitiek biedt ook een kans om in verzet te komen tegen het Empire, en dat is waar Menigte over gaat. Datzelfde globale communicatienetwerk biedt voor het eerst in de geschiedenis de mogelijkheid van een mondiaal bewustzijn – we kunnen, bijvoorbeeld door internet, praten met iedereen op deze planeet. Waar voorheen landsgrenzen en nationale identiteit ons scheidde van de rest van de wereld, ontstaat er nu een mondiale gemeenschap.

Crisis

We hoeven in ieder geval niet te verwachten dat nationale overheden de macht van het Empire het hoofd kunnen bieden. De staten zijn de problemen van het Empire niet meer machtig. De soevereiniteit, de zelfstandigheid van de staten, is in een crisis geraakt. ‘De nationale soevereiniteit kan op z’n minst deze drie problemen niet meer oplossen: het militaire, het monetaire, en het culturele probleem. Dat wil zeggen, de naties van Amsterdam tot Rome zijn niet in staat om zelfstandig oorlog te voeren, ze kunnen de waarde van het geld niet bepalen, en ze zijn niet in staat te zeggen: dit is onze cultuur. Dat is afgelopen.’ 

(…)

Klik hier om het hele artikel te lezen op de website van Filosofie Magazine.