Menu Sluiten

WAAR GAAT DE WERELD HEEN?

Maandelijkse blog voor Koning Film, maart 2021 – No Country For Old Men.

“Ik dacht dat God in mijn leven zou komen, als ik ouder werd. Niet dus”, mijmert sheriff Ed Tom Bell (Tommy Lee Jones) in No Country for Old Men (2007). De Coen brothers hebben, als je het mij vraagt, veel meesterlijke films gemaakt waarin menselijke onmacht de hoofdrol speelt, maar No Country for Old Men is de meest verontrustende. Kun je in Fargo nog lachen om het zinloos gespartel van de karakters tegen de achtergrond van die desolate, onmetelijke leegte, hier vergaat je de lach en blijft alleen nog de onmetelijke leegte over. Die toont zich in deze film niet zozeer in het landschap, maar in de plot zelf die elke menselijke hoop, angst of lijden volstrekt onbetekenend maakt. Alleen een verpletterende onrechtvaardigheid blijf over, waar je niets tegenin te brengen hebt. Dat onrecht heeft een naam: Anton Chigurh (Javier Bardem). Hoewel niemand schijnt te weten hoe je die naam precies uitspreekt.

In de plot van No Country for Old Men zijn toeval en onvermijdelijkheid innerlijk met elkaar verweven. Aan het begin stuit een zekere Llewelyn, op jacht nabij de Rio Grande, op een veld vol lijken achtergebleven na wat kennelijk een drugsdeal was die misging. Llewelyn gaat ervandoor met twee miljoen dollar, maar zijn grootste zorg lijkt niet te zijn dat de Mexicaanse drugsbende hem achtervolgt, er is nog iemand die erger is: Chigurh. Ik ken geen enkel ander filmkarakter van wie zo’n omineuze dreiging uitgaat als van Chigurh. Hij is een kille moordenaar die gewapend met een vee-pistool Llewelyn achtervolgt, en en passant nog een hele rits mensen afslacht met kalme, onverschillige vastberadenheid. Bijna al zijn slachtoffers noemen hem een gek, maar hij laat het van zich afglijden: ‘mensen zeggen altijd hetzelfde’. Chigurh is zo ondoordringbaar – er wordt ons geen enkel inkijkje in zijn psychologie gegund – dat je je er als kijker ook bij neer moet leggen dat etiketten als ‘psychopaat’ of ‘gek’ niet beklijven. Hij overstijgt ze, en dat is wat hem zo verontrustend maakt. Hij lijkt niet echt een man, maar een verpersoonlijking van een principe, de onontkoombaarheid van het lot.

De plot van de film doet ergens denken aan het bekende verhaal over de ‘Dood in Samarra’, waarin een man zijn dood probeert te ontvluchten. Hij ziet de dood de hand naar hem uitsteken op een markt in Bagdad, en vlucht ver weg naar Samarra, waar hij de dood opnieuw ontmoet. De dood zegt verbaasd te zijn geweest dat ze hem in Bagdad zag, wetende dat zij die avond een afspraak in Samarra hadden. Chigurh lijkt net zo onontkoombaar als de dood zelf. Hij is een schaduw die niet afgeschud kan worden, hoe hard men dat ook probeert. En net als de dood, lijkt hij de volgende zet van zijn tegenstander telkens op voorhand te weten. Wanneer een andere bountyhunter die ook achter Llewelyn aanzit, Chigurh ontmoet, probeert hij zijn leven te redden met de informatie over waar het koffertje met het geld zich bevindt. ‘Ik weet iets beter’, antwoordt Chigurh, ‘ik weet waar het koffertje morgen zal zijn’. 

(…)

Klik hier om verder te lezen op de website van Koning Film.