Filosofie Magazine nr. 9/2007, door Ivana Ivkovic.
‘Elke werknemer met enig gezond verstand wil natuurlijk de autoriteit van zijn baas afwijzen, maar Bartleby drijft dit op de spits.’ Portret van een werkweigeraar die een bevrijder werd.
I prefer not to – met deze woorden slaat Bartleby, de hoofdfiguur uit het gelijknamige verhaal van Herman Melville, elk verzoek van zijn werkgever om iets uit te voeren af. Bartleby, die als een geestverschijning op een dag komt werken op het kantoor van de jurist – de ‘man van de wet’ zoals hij in het verhaal telkens wordt genoemd – lijkt in het begin de ideale werknemer: betrouwbaar, rustig en secuur. Zijn werk bestaat uit het eindeloos kopiëren van juridische documenten. Bartleby blijft kopiëren, zonder vlekken en zonder fouten, totdat de bewuste woorden zijn mond verlaten en hij met schrijven ophoudt. De smeekbeden noch het gevloek van de man van de wet kunnen hem nog in beweging brengen, ze bijten zich stuk op zijn obstinate weigeren. Ze weten niet wat ze met hem moeten doen en uiteindelijk wordt Bartleby door de politie weggevoerd, om in een gevangenis weg te kwijnen.
Het korte verhaal van Melville werd gepubliceerd in 1853. Ten tijde van de eerste publicatie werd Melvilles werk door critici neergesabeld. Het commentaar van een literaire criticus uit die tijd spreekt boekdelen. Hij constateert dat Melvilles werk in de loop van de tijd er niet beter op geworden is, en haalt een citaat van Keats aan: ‘De verbeelding van een jongen is gezond, en de rijpe verbeelding van een man is gezond, maar er is een deel van het leven daartussenin, waaneer de ziel aan het broeien is, het karakter onbeslist, het levenspad onzeker en ambitie bijziend’. Ondanks deze aanvankelijk koude ontvangst, veroverde Melvilles werk alsnog het literaire universum. Het citaat is nog steeds van toepassing op Melville, deze maal als lofuiting. Het is het werk van een broeiende ziel, vol van raadselachtige, zonderlinge hoofdfiguren. Mogelijk daarom heeft Melville een haast magische aantrekkingskracht op filosofen uitgeoefend.
Mysterie
Wat is zo fascinerend aan Bartleby? De combinatie van zijn volharding – hij blijft onaangedaan, onbewogen onder elk pleidooi dat de man van de wet tot hem richt – en het feit dat de lezer helemaal niets te weten komt over zijn motieven brengt een air van mysterie rond zijn personage. Omdat we niet weten waarom Bartleby weigert, zijn we geneigd om te gissen, om alle denkbare motieven op hem te projecteren. Zonder enig resultaat, want Bartleby blijft aan elk uitleg ontglippen. Maurice Blanchot constateerde daarom dat Melville de ‘wrede waanzin van de taal aan de lezer onthult, die alles zegt en niets zegt’. Juist die onbestemdheid van Bartlebys weigeren werkt bijzonder subversief.
Hij geeft geen redenen op, hij maakt geen specifieke bezwaar tegen deze of gene taak. Hij zegt evenmin wat hij liever wel zou doen. Door deze onbepaaldheid wordt zijn afwijzing absoluut.
De ondermijnende werking van Bartlebys weigering heeft menig filosoof tot een politieke lezing van het verhaal aangezet.
(…)
Klik hier om het hele artikel te lezen op de website van Filosofie Magazine.