Op donderdag 11 oktober 2018 vond in Spui 25 een publieksbijeenkomst plaats genaamd Kamp Mauthausen, terreur en verzet. Een internationaal perspectief.
Tijdens dit symposium dat georganiseerd was door het NIOD, in het kader van de tentoonstelling Mauthausen-Mordhausen, terreur en verzet, werd onder meer gesproken door de ambassadeur van Oostenrijk, mevrouw Heidemaria Gürer, de heer Frank van Vree, directeur van het NIOD, de heer Ad van Liempt, mevrouw Ivana Ivkovic, en de heer Hubert Smeets.
Ivana: In voormalig-Joegoslavië was de herinnering aan de Tweede Oorlog niet alleen verbonden aan de fascistische terreur, maar vervlochten met de narratief van de heroïsche partizanenstrijd. Na het uiteenvallen van Joegoslavië zijn er sterke nationalistische revisionistische stromingen ontstaan. En dan heb ik het helaas niet over kleine radicale groepjes, maar over het herschrijven van geschiedenis op nationaal niveau, bijvoorbeeld in de schoolboeken. De rol van de Cetniks en de Ustasja’s wordt opnieuw ingevuld.
Zo werden de Cetniks na de Tweede Wereldoorlog als verraders bestempeld door de communistische regering, maar met de groei van Servische nationalistische sentimenten worden ze meer en meer gezien als een gelijkwaardige guerrillabeweging tegen de fascisten, of zelfs als de eigenlijke helden. De tweede wereldoorlog is in dit narratief een genocide over de Serviërs, de Duitse bezetting raakt op de achtergrond, en het gaat bijna alleen maar over ‘de Kroatische misdaden’. In de meer nationalistische kringen wordt de rol van de partizanen op de kop gezet: “Tito was de Hitler van de Balkan”. Nationalistisch revisionisme is ook sterk in Kroatië aanwezig. Een klein voorbeeld: in 2013 ontstond een controverse over de bewerkte Wikipedia pagina’s, waar werd beweerd dat de Ustasja-beweging niet rechts-radicaal, racistisch en totalitair was, en waar ‘antifascisme’ werd beschreven als ‘Titoïsme en Joego-bolsjewisme’ dat leidde tot een genocide en een ‘culturocide’. Oftewel: het zijn radicale commi’s die de eigenlijke Kroatische cultuur onderdrukken. Bovendien is de term ‘Joego-bolsjewisme’ een nauwelijks verscholen verwijzing naar ‘Judeo-bolsjewisme’. Zo krijgt een ‘anti-antifascistische’ stroming steeds meer impuls, en dit is een ontwikkeling die nog zorgelijker en meer ideologisch gekleurd is dan dan de communistische propaganda van weleer.
Op de foto: de vernietigde monument voor de partizaan Stjepan Filipovic, die geëxecuteerd werd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Veel monumenten gewijd aan de gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog worden niet goed geconserveerd, of raken beschadigd. Soms is dit vandalisme, soms schuilt er een politieke motief achter.