Menu Sluiten

JOHN GRAY: GODDELOZE MYSTIEK

Filosofie Magazine nr. 6/2013. Door Ivana Ivkovic.

Lange tijd was John Gray de misantroop en de apocalyptische denker. Nu biedt de Britse filosoof opeens twee remedies voor zijn eigen nihilisme, een pragmatische en een mystieke.

 
‘Wie denkt dat mensen vrijheidslievend zijn, moet bereid zijn om de hele geschiedenis als een vergissing af te doen’, stelt John Gray. In zijn onlangs verschenen De stilte van dieren put Gray overvloedig uit de literatuur om te laten zien hoe de beschaving telkens in chaos en tirannie verzandt, en om ons in te prenten dat die vermeende vrijheidsliefde ergens veel en veel lager ingeschaald moet worden in het schema van menselijke drijfveren. Zijn literaire verkenningstocht voert langs beroemdheden als Joseph Conrad en George Orwell, maar ook langs minder bekende schrijvers als Arthur Koestler, die fijntjes optekent hoe de Franse maatschappij desintegreert onder de bezetting door nazi-Duitsland. Wanneer de dunne korst van de beschaving openbreekt, wordt er een inkijkje geboden in de smerigheid en de horror die zich onder de oppervlakte verschuilen. Al deze schrijvers delen dezelfde fascinatie: zij willen blijven toekijken in de gapende wond, en Gray kijkt met hen mee. Sterker nog: hij schept er een zeker genoegen in.

De stilte van dieren borduurt voort op thema’s waarmee de Britse filosoof groot is geworden. In onder andere Strohonden (2002) hekelde Gray al ons ongebreidelde geloof in de vooruitgang en de verbetering van de mens. Gray ziet een dergelijk geloof overal opdoemen. Plato maakte zich al schuldig hieraan – of eigenlijk, bij monde van Plato, Socrates. Niet dat Socrates er de moderne vooruitgangsmythe op na hield, maar hij dacht wel dat de mens door kennis te vergaren ook in moreel opzicht vooruit zou gaan, en dat het gebruik van de rede ons autonomer zou maken. Voor Gray zijn dit quasireligieuze claims. Ze stellen namelijk verlossing in het vooruitzicht. Plato predikt de verlossende kracht van de logos, de rede. Het christendom is, uiteraard, van hetzelfde laken een pak. De meest recente gedaante van deze vooruitgangs-verlossingsmythe heet volgens Gray ‘liberaal humanisme’. Dat heeft als dogma: iedereen kan worden wie hij of zij eigenlijk is, mits hij of zij de juiste keuzes in het leven durft te maken. Voor Gray is dit een van de meest destructieve moderne ficties. Weer wordt er een soort verlossing voorgespiegeld, namelijk verlossing van de vele mogelijkheden om een leven in te vullen, en van de onzekerheid die daarmee gepaard gaat. Maar eigenlijk horen die veelheid en de onzekerheid bij het leven zelf, stelt Gray, en is het ideaal van een ‘voltooid leven’ zo dood als een pier. Dergelijke mythes zijn als goedkope deuntjes, constateert hij, bedoeld om het gemoed te verlichten en de geest in slaap te sussen.

Natuurlijk valt er heel wat af te dingen op het grote gebaar waarmee Gray het een en ander op de verzamelhoop van het ‘humanisme’ en vooruitgangsgeloof bij elkaar gooit. Wat Gray aan precisie mist, haalt hij wel ruimschoots in door zijn talent om verrassende, obscure, ontroerende en hilarische bronnen te mengen tot een sprankelend geheel, dat hij vervolgens met Britse onderkoeldheid serveert.
 

Provocateur

Grays gitzwarte kijk op de mens zorgt voor wat meer ongemak. Is hij simpelweg de misantroop en de apocalyptische denker voor wie hij zo vaak wordt uitgemaakt?

(…)

Klik hier om het hele artikel te lezen op de website van Filosofie Magazine.